Tips voor het zelf spelen van een poppenspel

en of bekijk de video

Hier volgen 10 tips als je zelf poppenkast wilt gaan spelen en goed voor de dag wilt komen:

  1. Verzin een eigen verhaal of maak gebruik van een prenten- of sprookjesboek. Er zijn ook boeken met poppenspelletjes in de handel. Een verhaal heeft altijd een begin, midden en einde. In het verhaal moet ook een conflict/probleem voorkomen. Iets waar het in het verhaal om draait. (knuffel is zoek, er is iets gestolen, op zoek naar een schat enz.) Het verhaal moet altijd goed aflopen als je voor kinderen speelt. Het probleem/conflict is opgelost. (knuffel gevonden, boef zit in het gevang, de schat is gevonden.) Maak je verhaal ook niet al te ingewikkeld zodat je publiek er niets meer van snapt.
  2. Maak je poppen zelf, gebruik gekochte poppen uit de speelgoedwinkel, koop ze via Marktplaats, gebruik alledaagse gebruiksvoorwerpen als pop (borstel, lepel, wasknijper, zakdoek, washand, theedoek) of gebruik knuffels (van je kinderen).
  3. Als poppenkast kun je achter de bank kruipen, leg een lat over twee stoelen en hang een laken over de lat. Span een touw in de deuropening en hang daar een laken over. Zet een tafel op zijn kant of een tafel op zijn kant op een andere tafel. Zet een kinderpoppenkast op een tafel. Je kunt ook op een tafel spelen. Dan is de tafel je toneel.
  4. Oefenen, oefenen en nog eens oefenen. Oefen je verhaal zodat je het van buiten kent. Schrijf steekwoorden op of schrijf de tekst helemaal uit. Oefen je verhaal voor de spiegel of camera (smartphone in selfie stand) Dan zie je wat je publiek te zien krijgt. (in spiegelbeeld)
  5. Oefen verschillende stemmetjes. Een koning praat anders dan een heel jong meisje. Een reus weer anders dan een lief klein konijntje. Maak gebruik van een accent, stopwoordjes, geluid van het dier. Je stem klinkt al anders als je je mond in een bepaalde stand houdt of je tong tegen je tanden houdt. Spreek duidelijk je tekst. Articuleer goed. Als je in een poppenkast speelt, spreek dan in de richting van de speelopening, anders kaatst je stem tegen het hout van de kast. Hout dempt je stem.
  6. Houd de pop rechtop. Tijdens het spelen zal je arm moe worden en gaan zakken. Dan lijkt het voor je publiek alsof de pop in een moeras wegzakt. De pop die spreekt beweegt. De andere pop staat stil (luistert) maar, bevriest niet. Altijd vanaf de zijkant opkomen en afgaan. Hoe verder je naar achteren gaat met een pop des te hoger moet je hem houden. De ‘vloer’ in de poppenkast loopt schuin omhoog. Als je de pop op dezelfde hoogte houdt als je naar achteren beweegt zakt de pop voor je publiek de grond in. Houd de pop ook voldoende hoog. Een pop heeft (denkbeeldige) benen die gezien mogen worden. Poppen kijken vooral richting publiek in plaats van naar elkaar. (Driekwart van de pop kijkt naar publiek een kwart naar de andere pop.) De zijkant van de pop is minder interessant voor het publiek dan de voorkant.
  7. Poppenspel is beweging. Laat het zien in plaats van het te zeggen.
  8. Voor je publiek duurt alles twee keer zo lang. Houd een decorwisseling zo kort mogelijk. Gebruik bijvoorbeeld een stukje muziek tijdens een decorwisseling. Iets dat bij je voorstelling past.
  9. Dwaal niet al teveel van je verhaal af als je ingaat op reacties van het publiek. Ingaan op reacties van je publiek is leuk. Zeker als het iets is waar jezelf niet aan hebt gedacht. Zorg er voor dat je wel je eigen verhaal blijft volgen.
  10. Maak gebruik van muziek en geluidseffecten tijdens je spel. Bijvoorbeeld zoals gezegd bij een decorwisseling of als iemand in het water valt hoor je een plons. Ook belichting kan bijdragen aan de verhoging van de sfeer van je voorstelling.

Succes!

Hier kun je de 10 tips downloaden in PDF formaat.