Op 1 maart 2018 is het zover. Poppentheater Cassiopeia bestaat dan 25 jaar. Ik begon in 1993 vanuit een situatie met een uitkering. Ik liep bij de sociale dienst in Amersfoort bij de afdeling die gaat over mensen die een eigen bedrijf willen beginnen. Via mijn begeleider Peter Coenen kwam ik ook op de cursus ‘Ondernemen is een kunst, kunst is ondernemen’ terecht. Een cursus die eigenlijk meer gericht was op beeldend kunstenaars. Alle kneepjes van het ondernemer zijn werden hier aangereikt. Samen met mijn begeleider schreef ik mijn ondernemingsplan voor Poppentheater Cassiopeia.
Het was de bedoeling om een krediet bij de gemeente aan te gaan vragen. Maar op het punt aangekomen om dat te gaan doen ging het al zo goed met Poppentheater Cassiopeia dat een krediet aanvragen niet meer nodig was en moest mijn tot dan toe genoten uitkering weer terugbetalen. Gelukkig kon dat. Op mijn repertoire stonden voorstellingen uit mijn amateurtijd. De eerste grote voorstelling die ik maakte was Duimeliesje naar het sprookje van Andersen. Zo groeide langzaam het repertoire. Ieder jaar kwam er minstens een voorstelling bij. In de beginjaren speelde ik vooral voor kleuters en schoolkinderen. Pas een paar jaar later kwamen daar de peuters bij.
Om de zomermaanden door te komen had ik ook voorstellingen nodig. Die kreeg ik doordat ik een van de vaste spelers werd van het Wijk Poppen Theater in Den Haag. Een zeecontainer omgebouwd tot poppenkast. De container speelde elke woensdag- en zaterdagmiddag een voorstelling in een van de achterstandswijken van Den Haag. Het seizoen liep in de beginjaren van mei tot september. Zo kwam ik de zomer door.
Ook begon ik de bijeenkomsten van de Nederlandse Vereniging voor het Poppenspel te bezoeken. Een vereniging waar ik al sinds 1982 lid van ben. Ik ben er zelfs een poosje bestuurslid van geweest. Tijdens zo’n bijeenkomst kwam ik poppenspelers van het Provinciaal Overleg Poppenspelers Utrecht tegen. En werd deelnemer aan het overleg. Niet veel later werd ik bestuurslid en weer een paar jaar later schopte ik het tot voorzitter. Inmiddels ben ik nu de penningmeester van deze stichting.
In 1999 ging ik zelf voorstellingen organiseren in buurthuizen van Amersfoort. Dat kwam omdat ik steeds meer het verzoek kreeg of ze met een verjaardagsfeestje naar mij toe konden komen. Dat kon niet omdat ik uitsluitend aan huis poppenkast speelde. Door te gaan spelen in de buurthuizen in Kattenbroek en Nieuwland was het ineens mogelijk. Grappig is dan om te zien dat na verloop van een paar jaar de behoefte minder wordt omdat de kinderen de poppenkastleeftijd achter zich hebben gelaten. De gezinnen met jonge kinderen werden minder. Maar het was inmiddels wel een begrip geworden in Amersfoort.
Toen kwam in 2004 ook een droom van mij uit. Het hebben van een eigen theatertje. In winkelcentrum het DrakenNest in de binnenstad van Amersfoort. Een winkelcentrum dat vooral gericht was op kinderen. Een prachtig pand stond al sinds de start van het winkelcentrum leeg. Ik trok de stoute schoenen aan en stapte naar de beheerder van het winkelcentrum. Die vond het een heel leuk idee en ik mocht de winkel om niet gebruiken (gratis). Als er een huurder zou komen voor mijn winkel moest ik wel binnen een maand het veld ruimen. Zo heb ik er tot december 2006 ingezeten en langer mochten ze mij er niet gratis in laten zitten. Het DrakenNest veranderde ook van eigenaar en beheerder en er was een potentiële huurder voor mijn pand.
Doordat omroep Amersfoort aandacht schonk aan mijn vertrek uit het DrakenNest kwam ik in de vergaderzaal van de Pellicaan Health & Racquet Club terecht. Daar heb ik de rest van seizoen 2006-2007 af mogen maken en werd weer op straat gezet. Al die tijd ben ik ook blijven spelen in de Boerderij in Nieuwland. Totdat de gemeente besloot dat het dicht moest. Zo kwam ik terecht bij Natuurboerderij ‘De Brinkhorst’ in Vathorst. En in 2011 werd ik het vaste huistheater van Theater de Tuin in Leusden. De programmaleider van de Kindertuin was vaak met haar kleinkinderen op visite geweest in het DrakenNest.
Naast het avontuur met de vaste locaties en eigen theater bleef ik natuurlijk ook spelen op festivals, scholen, peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, in buurthuizen, speeltuinverenigingen en met Sinterklaas bij bedrijven en instellingen. Ook spelen op kinderverjaardagen hoorde er nog steeds bij.
Dan heb ik het nog niet eens gehad over de projecten die ik samen met collega’s heb gedaan en de talloze projecten op scholen in Amersfoort en omgeving.
Naast de gewone poppenkast kwam er al snel een poppenkast om buiten te gebruiken. Een windvlaag had tijdens een optreden mijn binnentheater dat ik buiten gebruikte kapot geblazen. Ook ging ik een mobiele poppenkast gebruiken. Die heb ik nagemaakt van een collega die er een had. De laatste vorm van poppenspel die er bijgekomen is, is het schimmentheater. Dat heeft weer heel andere mogelijkheden dan het handpoppenspel.
Ik hoop in de toekomst nog vele mooie voorstellingen te mogen maken.
Marcel Oudenbroek